Door idiote marktwerking wordt Openbaar Vervoer Onbetaalbaar Vervoer

TeunColumns & verhalen

Wazige treinrails door een landschap met bomen.

GeenStijl noemt het ov steevast Onrendabelen Vervoer. Alleen kneuzen die zich geen autootje kunnen permitteren stappen toch vrijwillig in de trein? Zo’n rijdende buis van staal en glas die vaak vertraagd is en je zeker niet van deur tot deur vervoert?

Goed openbaar vervoer

De toetsenbordridders van de website uiten zich een tikkeltje denigrerend ironisch, maar zonder dat ze het misschien helemaal zo bedoelen, hebben ze wel een belangrijk punt (voor de lezers die direct in de kramp schieten: mensen als onrendabel afschilderen geeft natuurlijk geen pas. Lees nu maar weer verder): het is reuze belangrijk dat een land niet alleen voor milieubewuste medemensen, sneue rijbewijslozen zoals ik en werkende reizigers voor goed openbaar vervoer zorgt, maar ook voor mensen met weinig geld.

Net als iedereen hebben zij er recht op om zich door het land te verplaatsen om een familielid te bezoeken, naar een tentoonstelling te gaan of om verder van huis te solliciteren en te werken. Zonder goed openbaar vervoer wordt de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter.

Openbaar Vervoer wordt Onbetaalbaar Vervoer

Helaas wordt het openbaar vervoer langzamerhand Onbetaalbaar Vervoer. Waarom? Omdat de NS de treinkaartjes duurder maakt. Waarom? Omdat ze verlies lijden. Waarom is dat erg? Omdat de NS een bedrijf is dat winst moet maken. Is de NS dan beursgenoteerd? Hijgt een grote groep aandeelhouders de NV in de nek als de cijfertjes tegenvallen? Dat valt wel mee.

De NS heeft één aandeelhouder en dat is de staat. De staat die het fileprobleem moet oplossen, moet zorgen voor ons milieu en die iedereen gelijke kansen moet geven om zich door het land te bewegen. Die staat doet al die dingen niet. Overal in Nederland worden buslijnen opgeheven, haltes geschrapt en vallen treinen uit. Mensen worden de auto ingejaagd, met alle file- en milieugevolgen van dien.

Hoe reageert de NS op deze geslonken populariteit? Die gooit de prijzen omhoog, met als gevolg dat nog meer mensen de trein links laten liggen, waardoor de NS nog meer verlies zal gaan lijden. Artikelen die slecht verkopen, maak je doorgaans niet populairder door ze duurder te maken.

De overheid als enige NS-aandeelhouder

Dit marktwerkingetje spelen, met de overheid als enige aandeelhouder en nauwelijks concurrenten op het spoor, is raar. En het wordt nog gekker. Omdat de NS in coronatijd te weinig treinen heeft laten rijden, heeft het van zijn enige aandeelhouder een boete gekregen van 1,5 miljoen euro, die op een of andere manier terug moest worden gegeven aan de reizigers.

Er werd een prijsvraag uitgeschreven waaraan (maar) zesduizend mensen meededen. Het winnende plan is bekend: er wordt een app gemaakt die zorgt voor ‘meer sociale interactie en verbinding van reizigers’. Wat een kolder. De rechtste partijen in het parlement spraken schande van deze ‘datingapp’, terwijl GroenLinks-PVDA daar weer kwaad over was, want ‘de reizigers wilden het zelf.’

Stop die hele schijnmarktwerking

Het linkse kompas hapert hier helaas. De doorsnee reizigers kan zo’n app gestolen worden. Die willen gewoon goed ov. Juist links, groen trouwens ook, moet dat begrijpen. Zet je daar voor in en stop die hele schijnmarktwerking, waarbij de enige aandeelhouder boetes oplegt aan een vervoerbedrijf waarvan de directie astronomische bedragen verdient. Waarom moet openbaar vervoer rendabel zijn? Maak het aantrekkelijk en goed, zodat iedereen ermee wil reizen. Zoals iemand laatst schreef: een fietspad hoeft toch ook niet rendabel te zijn?

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Afbeelding: Jiří Rotrekl via Pixabay

Deel dit bericht

Bij de omroep blijven ze redacteuren behandelen als vuil

TeunColumns & verhalen

Man houdt een klein spaarvarken vast in beide handen. Afbeelding van Charles Thompson via Pixabay.

Het is natuurlijk goed dat de commissie-Van Rijn de televisiewereld heeft doorgelicht, maar veel zal het voorlopig niet uithalen. De mensen aan de top en de figuren met aanzien zullen zich blijven gedragen als zonnekoningen en hardwerkende redacteuren onderaan de ladder zullen nog steeds worden uitgewrongen, zich onbeschoft gedrag moeten laten welgevallen en van het ene rotcontractje naar het andere hoppen. Bijna niemand krijgt een vaste baan, dus bijna niemand heeft genoeg bestaanszekerheid om de baas tegen te spreken en zijn grenzen te bewaken.

Champions League

Hoe dat komt? Omdat ze bij de televisie denken dat ze ongelooflijk bijzonder zijn. Uit het rapport-Van Rijn blijkt dat het begrip Champions League meermalen door programmamakers is gebruikt om het belang van het eigen werk te beschrijven. In haar fantastische column voor Spijkers met Koppen maakte cabaretier Vera van Zelm hier al korte metten mee. Zo belangrijk is dat hele voetbal nu ook weer niet. Voetballers (en televisiepresentatoren) zijn tenslotte geen kinderartsen of leiders van vredesmissies.

Maar als je wel gelooft dat de wereld stopt met draaien als je talkshowtje of je reportage een keer wat minder goed gelukt is, dat het een ramp is als je concurrent de gast heeft waar jij op aasde en als je van die gedachte ook nog eens enorm gespannen raakt (de combinatie van stress en opgeblazen zelfbelang komt in Hilversum bovenmatig veel voor), dan kan het niet alleen gebeuren dat je je medewerkers onder enorme druk zet, maar dat je dat ook gerechtvaardigd vindt. Want: Champions League.

Dat deze managementstijl fnuikend is voor de creativiteit van medewerkers en programma’s niet beter maakt, is extra wrang.

Redacteur bij Editie NL

Ik moest hieraan denken toen ik op Instagram een foto zag, geplaatst door journalist en schrijver Arja Mari, van een personeelsadvertentie voor het RTL-programma Editie NL. Het programma zoekt een redacteur voor drie maanden (!). Als je zo weinig te bieden hebt, lijkt enige bescheidenheid gepast, maar niet bij Editie NL, dat immers: ‘al jaren een van de succesvolste nieuwsprogramma’s van Nederland’ is. Champions League.

En dus vragen ze iemand die ‘collega’s kan verbluffen met verrassende, creatieve, waanzinnige ideeën’, een ‘supernieuwsgierige nieuwsvolger die met ideeën komt waar nog niemand aan heeft gedacht’, die flexibel is – ‘jij schakelt sneller dan Max Verstappen’ – en ‘ambitieus: is er een verslaggever ziek? Jij bent al onderweg om hem te vervangen’. De hele advertentie zou zo, inclusief de absurde termijn van drie maanden, uit het rapport Van Rijn kunnen komen. Als secundaire arbeidsvoorwaarden worden bootcamp en yoga op kantoor aangeboden en een abonnement op Videoland.

Wat verdient dat eigenlijk, redacteur bij Editie NL?

Gewoonlijk staat er bij zo’n advertentie een nummer dat je kunt bellen voor meer informatie. Hier niet. Bij de advertentie staat alleen: ‘Ik kijk ernaar uit je sollicitatie te ontvangen. Julia E.’ Zonder nummer dus. Vreemd. In de regel is een voornaam met een achternaam-initiaal voorbehouden aan mensen die van een misdrijf worden verdacht en een enkele rockster.

Wat verdient dat eigenlijk, redacteur bij Editie NL? Ook dat staat nergens. Wel mag je bij je sollicitatie aangeven wat voor salaris je verwacht. Als sollicitant zou ik denken: hoe enorm prestigieus jullie ook moge zijn, als jullie drie maanden Max Verstappen willen, dan moeten jullie ook Max betalen: minimaal 10 duizend euro per maand en geen Videoland-abonnement maar HBO.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Met een piepklein beetje melk in zijn sap ontwijkt Appelsientje de suikertaks

TeunColumns & verhalen

Een lepel waarop melk wordt gegoten die eraf spettert

Dat was even schrikken. Zoals bekend halen bedrijven idiote trucs uit om onder hun verantwoordelijkheid uit te komen. Deze week kwam in het nieuws, na onderzoek van BNR, dat Appelsientje een heel klein beetje melkpermeaat, dat is een restproduct van kwark, in zijn sap doet om geen suikertaks te hoeven betalen.

Suikertaks

Voor de research voor dit stukje bekeek ik nog eens een uitzending die ik jaren geleden voor het televisieprogramma Pointer heb gemaakt en wat blijkt? De fabrikant zou het idee om een beetje melkvet bij de sap te doen weleens van mij kunnen hebben! Dat was ik glad vergeten.

De suikertaks geldt voor alle suikerhoudende dranken, waarbij het er niet toe doet of die suiker uit biet, riet, appel of sinaasappel komt. Van al die suikers word je namelijk net zo dik en zeker in vloeibare vorm krijg je er ongemerkt heel veel van binnen. Dranken verzadigen nu eenmaal niet zo snel als vast voer. Probeer maar eens vijf appels achter elkaar op te eten; drinken gaat een stuk makkelijker.

Minder zoete dranken en meer water

Bovendien zijn sappen ook nog eens ontzettend slecht voor je tanden. Daarom mag het foefje om ergens sap aan toe te voegen en dan ‘zonder toegevoegde suikers’ op de verpakking te zetten ook niet meer. Sap is dan de toegevoegde suiker. De suikerbelasting is ingevoerd om ons minder zoete dranken en meer water te laten drinken.

Maar gek genoeg zijn zuiveldranken van de belasting uitgezonderd. De suikertaks is in feite een eenvoudige aanpassing van een wet uit 1992, die een verbruiksbelasting op water, frisdranken en groente- en fruitdranken regelde. De belasting op die producten is nu eenvoudigweg verhoogd, naar zesentwintig cent per liter, en water is er uitgehaald.

Uitzondering op suikertaks

Zo is vrij simpel een suikertaks op alcoholvrije dranken ingevoerd. Maar zuivel stond niet in die wet, omdat de wetgever dat in 1992 nog gezond vond. Daarom wordt de belasting dus niet geheven op Fristi en Chocomel, die met zes suikerklontjes per glas van 200 ml één klontje meer bevatten dan Coca-Cola.

Nadat belastingexpert Ilona van den Eijnde mij in de uitzending had uitgelegd dat elk drankje met een minimaal melkvetpercentage van de suikertaks wordt uitgezonderd, stelde ik haar mijn fatale vraag, die Appelsientje het perfide idee zou kunnen hebben gegeven: ‘Dus je kunt dus eigenlijk frisdrank maken met wat melkvet erin en dan ben je vrijgesteld van deze belasting?’ ‘Ja, klopt.’

Een piepklein beetje melk kan een hoop geld opleveren

Dat is precies wat Appelsientje nu heeft gedaan. Voedingsmiddelentechnoloog IJsbrand Velzeboer legt in de BNR-uitzending uit hoe eenvoudig het is: ’Sappen zijn al uitgezonderd als deze slechts 0,02 procent melkvet bevatten.’ Een piepklein beetje melk kan een hoop geld opleveren.

De sapmakers claimen dit allemaal zonder enig eigen belang en met de beste bedoelingen te hebben gedaan om hun fantastische product betaalbaar te houden voor de mensen. Maar de bedoeling van de wet is juist dat de wonderdrank duurder wordt, zodat mensen er minder van gaan drinken.

Eet fruit, drink water!

Vanuit winstbejag en een strikt eigen moraal rommelen met ingrediënten en de wet mag nu misschien nog wel, maar is niet de bedoeling. Laten we hopen dat het demissionair staatssecretaris Marnix van Rij lukt om de suikertaks eindelijk uit te breiden naar zuivel. Eet fruit, drink water!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Afbeelding: artemtation via Pixabay

Deel dit bericht

Stel dat bierbrouwers zo zouden reageren op Dry January als de boeren op de Week Zonder Vlees deden

TeunColumns & verhalen

Drie eieren kijken boos naar een vierde kapotte eierschaal

Boeren hebben met intimidatie de Week Zonder Vlees en Zuivel gefrustreerd. Zoals filosoof en historicus Bert Demyttenaere al in zijn colleges zei: ‘Geweld is het enige universele argument.’ Hij slingerde het aforisme met zijn kenmerkende Gentse tongval het lokaal in. Zijn colleges waren moeilijk, onnavolgbaar soms. Toch houden twee van zijn bon mots het al jaren uit in mijn hoofd.

Zijn andere gevleugelde uitdrukking ‘Alleenheersers bestaan niet’, kwam weer naar boven toen ik las dat Raoul du Pré, uitmuntend politiek commentator van deze krant, schreef dat er nu eindelijk een – desnoods extraparlementair – kabinet gevormd moet worden. Het heeft lang genoeg geduurd.

Maar lees How Democracies Die van Steven Levitsky en Daniel Ziblatt of Fascisme en populisme van Antonio Scurati: antidemocratische en populistische partijen komen nooit puur op eigen kracht aan de macht. Ze worden in het zadel geholpen door andere partijen die hen salonfähig maken en met hen in zee gaan omdat ze daarvan denken te kunnen profiteren. Doe dat niet. Het is een levensgevaarlijk spel dat je niet kunt winnen.

Nationale Week Zonder Vlees en Zuivel

De Nationale Week Zonder Vlees en Zuivel is een sympathiek initiatief dat consumenten ertoe wil aanzetten een week lang, je raadt het al, geen vlees en zuivel te consumeren. Het eten van vlees en kaas en het drinken van melk hebben een enorme impact op het klimaat. Als we dat allemaal een ietsjepietsje minder zouden doen, dan zou de wereld er beter uitzien.

In zijn aanstekelijke boek Worstelingen legt Samuel Levie dit ook uit: het heeft meer zin iedereen over te halen een beetje minder vlees te eten, dan mensen te willen bekeren tot veganist. Precies wat deze Nationale Week beoogt. Zo’n week kan bewustzijn creëren over het eigen eetpatroon en de gevolgen ervan en, geholpen door het aanbod in de supermarkt en de verschillende recepten die worden aangeboden, je leren hoe je lekker plantaardig kunt koken. De organisatie hoopt dat deelnemers daarna de smaak te pakken krijgen en vaker (een dag per week?) dierlijke producten laten staan.

Wie meedeed aan de vleesloze week was tegen de boeren

Sommige boeren waren direct op hun pik getrapt en besloten met de trekker een paar deelnemende supermarkten te bezoeken voor goede gesprekken zoals die ook ooit bij sommige motorclubs populair waren. Wie meedeed aan de vleesloze week was tegen de boeren. Stel je voor dat bierbrouwers zo zouden reageren op Dry January? Ridicuul toch? Floor de Jong van Farmers Defence Force was tevreden over de actie: de bezochte supermarkten bleken opeens zelf ook niet achter de campagne te staan en ‘zouden het een volgende keer anders doen’.

Bart Kemp, voormalig voorman van boerenactieclub Agractie, twitterde dan weer boos over de Skip the cow-campagne van Gouden Windeiwinnaar Roombeter van Blueband met de slogan ‘Nog steeds liever koeienboter? Typisch kuddegedrag.’ Kemp sprak van ‘boeren bashen’, waarna boze boeren een paar supermarkten bezochten. Later meldde Kemp het resultaat: ‘Heb contact gehad met directie AH. Ze staan hier beslist niet achter en hebben me gemeld het uit de winkels te verwijderen.’

Zwichten voor terreur

In supermarkten gebeurt vrijwel niets toevallig. Campagnes worden eindeloos beoordeeld voordat ze de winkel in mogen. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat de directie niet van de Roombeter-acties wist. Het lijkt eerder op zwichten voor terreur. Zo geef je macht uit handen. Geweld is het enige universele argument. Alleenheersers bestaan niet.

Afbeelding: lynnalynn0 via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

‘Angry Bert’ Huisjes maakte van WNL een omroep met zendtijd voor politieke partijen

TeunColumns & verhalen

Een vrouw slaat haar handen voor haar gezicht terwijl grote mannenhanden boven haar hoofd zweven

De meeste mensen hebben er geen flauw benul van welk programma van welke omroep is. De programma’s zijn op NPO1, 2 of 3 en wie ze maakt zal ze worst wezen. De omroepen zelf vinden dat wel reuze belangrijk. De kijker moet en zal weten dat deze talkshow van BNNVARA is en die dramaserie van de KRONCRV. Daarom staan er ook van die lelijke stickers in de hoek van het beeld met niet alleen de naam van de zender, maar ook de omroepnaam: kijk, dit hebben wij gemaakt, knap hè?

Omroepen moeten zich profileren

Omroepen doen dit omdat van ze verwacht wordt dat ze zich profileren. Bij het maken van programma’s is daarvoor in het huidige bestel weinig ruimte, dus doen ze het met die plaatjes in beeld en prachtige slogans.

Dus is BNNVARA van de DWDD-schandalen ‘verschillig’. Op de site lees ik: ‘Bij BNNVARA hebben we allemaal een ding gemeen: we hebben een wereld voor ogen met gelijke kansen voor iedereen.’ Hoe mooi is dat? KRONCRV, dat via Yvon Jaspers de traditionele landbouw promoot zegt: ‘Wij geloven dat de wereld eerlijker, groener en liever kan.’ Tranen in de ogen! En de EO: ‘Overtuigd van Gods liefde voor iedereen, willen we verhalen vertellen over God en het volgen van Jezus.’ Hartverwarmend!

En zo hebben alle omroepen slogans, statements en verklaringen die met een korreltje zout genomen moeten worden. Want zelfs bij onze evangelische broeders is de rol van de Heer veel kleiner dan tien of twintig jaar geleden. Daar kan de omroep weinig aan doen. Dat ligt aan de bestuurders van de NPO, het orgaan dat beslist welke programma’s op tv komen en welke niet. Waarschijnlijk vinden zij Hem niet aantrekkelijk genoeg voor een breed publiek.

Van de slogan van WNL klopt geen woord

Het bontst maakt WNL het, ‘omroep van Wij Nederland’ (hoeveel is er voor die kromme slogan betaald?). Die ziet het als onderdeel van zijn missie om ‘op nuchtere wijze journalistiek te bedrijven. Nieuwsgierig, zonder vooroordeel, altijd met een goed humeur.’ Het is een wonder dat deze zinnen nog op de site staan, want inmiddels weten we dat er geen woord van klopt. Geen goed humeur, want er heerst(e) een angstcultuur, medewerkers van ‘WNHEL’ werden gepest door hoofdredacteur Bert Huisjes (‘Bertlusconi’, ‘Angry Bert’) en er was sprake van zwangerschapsdiscriminatie.

Ook van dat ‘op nuchtere wijze journalistiek bedrijven’ en ‘nieuwsgierig zonder vooroordeel’ klopt weinig. Uit het stuk over de omroep in het AD blijkt dat hoofdredacteur Huisjes eiste dat het de VVD en het CDA makkelijk werd gemaakt in interviews. Wie hier kritiek op had, werd erop gewezen dat contractverlenging moeilijk kon worden.

Journalistieke basisprincipes opgeofferd aan politieke idealen

Dat de Raad van Toezicht zich al binnen twee uur nadat het stuk uitkwam, achter Huisjes schaarde, is niet verwonderlijk. Die wordt namelijk bevolkt door Loek Hermans van de VVD en de Amersfoortse CDA-wethouder Micheline Paffen-Zeenni (die gek genoeg pas sinds een paar dagen op de site van WNL staat). En door Fons van Westerloo, die al twaalf jaar in dit toezichtsorgaan zit, terwijl mensen dergelijke functies in de regel maximaal twee keer vijf jaar vervullen. Huisjes heeft zijn publieke omroep met zendtijd voor politieke partijen willen vullen.

Als je journalistieke basisprincipes aan je politieke idealen opoffert, dan heb je in het publieke bestel niets te zoeken.

Afbeelding: Gerd Altmann via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Geldsmijters als Wim Pijbes zouden wij vroeger een patjepeeër hebben genoemd

TeunColumns & verhalen

Hoofd en hals van een pauw met verenpracht via Pixabay

‘Die haringstal is goed’, wees ik naar de solide keet op het winkelplein. De laatste keer dat ik er was geweest stond er een zwijgende man in de krappe ruimte achter de toonbank in moordend tempo visjes schoon te maken. Dat was best lang geleden, dus het aplomb van mijn mededeling was nergens op gebaseerd. De vader werd bijgestaan door zijn zoon, die zich zo te zien ook een ander leven had gedroomd. Misschien dat hun haring niet met liefde was bereid, maar wel met kennis en aandacht. Zou dat uiteindelijk toch belangrijker zijn?

Uitgeknipte recensies

Mijn gesprekspartner gaf me gelijk: ‘Er hangt in dat zaakje een uitgeknipte, inmiddels vergeelde, recensie van Johannes van Dam. Dit zou een van de beste haringstallen van de stad zijn.’ Van Dam, de legendarische eetschrijver en restaurantcriticus van Het Parool is inmiddels al meer dan tien jaar dood. De recensie is dus stokoud.

Zoals dat ook met baby’s en rode auto’s gaat, zag ik na dit gesprek plotseling in tal van eetgelegenheden oude recensies aan de muur of in het raam hangen. In diverse staten van ontbinding, meestal door de oude meester geschreven, soms door een iets recentere criticus. In alle gevallen was er duidelijk een cijfer te zien, altijd een 8 – of hoger. Mindere beoordelingen hebben geen eeuwigheidswaarde.

Wim Pijbes moet diep onzeker zijn

Wanneer wordt reclame antireclame? Dat vroeg ik me ook af toen ik het interview las met de voormalig directeur van het Rijksmuseum Wim Pijbes. In een heerlijk stuk volgt John Schoorl hem terwijl hij miljoenen van een rijke familie uitgeeft aan kunstwerken voor een nieuw museum. De arme Pijbes moet zo diep onzeker zijn dat hij van de daken schreeuwt hoe geweldig hij is: ‘Het Rijksmuseum kreeg door mijn toedoen een on-Nederlandse allure. Het Rijksmuseum torent er volledig bovenuit. En ik was als directeur daarvan de personificatie, want de vent maakt de tent. Deze Wim.’

Wim Pijbes doet aan antimarketing

Thuis zouden we deze met geld smijtende Wim, die er hoog van opgeeft hoe hij in internationale kringen verkeert – ‘Dat je zegt dat je in Qatar was, omdat daar de bibliotheek van Koolhaas werd geopend. Dan zeggen ze: O ja, natuurlijk. We hebben aan een half woord genoeg, in deze kleine club’ – vroeger een patjepeeër hebben genoemd. Dat is jammer. Pijbes zegt in het stuk ook dat hij ‘van nature marketeer is’. Dat klopt natuurlijk. Hij heeft het ontzettend goed gedaan. Alleen als marketeers de loftrompet gaan steken over zichzelf en voor het werk gaan staan dat ze moeten promoten – de man die de tent maakte in het Rijks was natuurlijk Rembrandt en niet Pijbes – dan wordt marketing antimarketing.

Voorkom antireclame

Kun je als eetgelegenheid jaren na dato nog pronken met een recensie? Ik vrees het niet. Een stokoude recensie, of een poster met ‘Beste oliebollen van het jaar!’ met daaronder ‘AD oliebollentest 2017’ zegt weliswaar iets over het verleden, maar ook veel over het heden. Kennelijk heeft de zaak in de inmiddels verstreken jaren nooit meer zo’n goede beoordeling gehad. Het hoogtepunt ligt inmiddels ver achter ons. All downhill since Johannes. Haal recensies daarom op zijn laatst twee jaar na publicatie van de ramen. Of hang ze helemaal niet op. De krantenlezers komen na een positief artikel toch wel. Zo’n knipsel staat armoedig. Voorkom antireclame.

Afbeelding: NoName_13 via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Danoontje is niet zo goed voor arme kinderen als het beweert

TeunColumns & verhalen

Wesp slurpt aan een druppel geel sap of slurpfruit

‘Bouw of verbouwplannen?’ Nee! ‘Heeft u managementboeken nodig …’ Nee! ‘… en wilt u ze snel in huis hebben?’ Ik zei toch nee! Geregeld schreeuw ik mijn antwoorden tegen de radio, maar zojuist speelde ik het vraag-antwoordspel voor het eerst met een website. Bovenaan de pagina stond de vraag: ‘Danoontje, wie is er niet mee opgegroeid?’ ‘Ik!’, riep ik. Mijn kinderen trouwens ook niet. Mijn vrouw evenmin, noch veel van mijn vrienden en hun kinderen. Veel anderen waarschijnlijk wel, anders zou de fabrikant waarschijnlijk niet zo’n arrogante aanname doen.

Slurpfruit van Danoontje

In de supermarkt was mijn aandacht getrokken door slurpfruit. Dat is raar spul voor gedegenereerde mensen die te weinig levenskracht hebben om op een banaan, perzik of appel te kauwen en hun voedsel graag uit een plastic tepeltje willen zuigen. Slurp- en knijpfruit is totaal overbodig en wordt afgeraden omdat het niet verzadigt. Het Voedingscentrum: ‘Dit komt omdat je niet hoeft te kauwen en het snel opdrinkt. Dat kan ervoor zorgen dat je ongemerkt veel suiker, en dus veel calorieën, binnenkrijgt, terwijl je er niet vol van raakt. Daarom geldt het advies: Laat je kind zijn fruit eten in plaats van drinken.’

Danoontje Tussendoortje valt buiten de schijf van vijf

Danoontje heeft ook zakjes met ‘knijpyoghurt’: Danoontje Tussendoortje. Dat ‘Tussendoortje’ is een verraderlijk begrip. Alsof je ze ‘even tussendoor’ eet, waardoor het niet echt telt. De fabrikant doet graag alsof deze producten gezond zijn, wederom met een listige formulering: ‘Bij Danoontje geloven we dat gezond opgroeien belangrijk is, en dat een gezonde voeding daarbij onmisbaar is. Al onze Danoontje producten zijn Nutriscore A of B, en passen dus binnen een gezond eetpatroon.’

Danoontje – Lekker en verantwoord! Let op: ze zeggen dus niet dat ze ook gezond zijn! En terecht. Onlangs heb ik hier al uitgelegd dat je op basis van een goede Nutriscore geen gezondheidsclaims kan doen. Die score is vooral van belang voor producten buiten de schijf van vijf en zegt alleen iets over de relatieve (on-)gezondheid ten opzichte van vergelijkbare producten.

Danoontje Tussendoortje Banaan (op de site ‘verantwoord tussendoortje’ genoemd) bevat yoghurt met 6,2 procent banaan, 4,6 procent toegevoegde suiker en verdikkingsmiddel (gemodificeerd tapioca- en maiszetmeel). Per portie van 70 gram bevat het 6,4 gram suikers. Het heeft Nutriscore B en valt buiten de schijf van vijf omdat het ‘te veel toegevoegd suiker en te veel verzadigd vet bevat.’

Als het bedrijf om arme kinderen geeft, haalt het de suiker uit zijn snacks of adviseert ze gewoon een banaan te eten.

Er is ook goed nieuws. Ik lees dat Danoontje zich inzet voor kinderen die in armoede opgroeien en samen met het Jeugdfonds Sport en Cultuur ervoor zorgt dat ‘elk kind kan sporten, dansen of muziek maken.’ Dat is natuurlijk fantastisch. Het is verschrikkelijk dat kinderen te arm zijn voor cultuur en sport. Maar kinderen die in armoede opgroeien, leven ook in een omgeving met minder gezond voedsel.

Omdat ze minder verse groente en fruit eten en meer rommel, is de kans op ziektes groter. Danoontje zou zich, door zich te associëren met een organisatie die sport bevordert (op zich goed!), ten onrechte een gezond imago kunnen aanmeten. Als het bedrijf om arme kinderen geeft, haalt het de suiker uit zijn snacks of adviseert ze gewoon een banaan te eten.

Afbeelding: Rudy and Peter Skitterians via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Is het Nederlands varkensvlees van Albert Heijn altijd goed? Ik dacht het niet

TeunColumns & verhalen

Een varken kijkt over de rand van een hok waarin nog meer varkens liggen

In het plaatselijke filiaal van Albert Heijn was ter promotie van het eten van varken een foto opgehangen van een paar droge, deels bruine, deels beige lappen vlees. Zouden dergelijke beelden werkelijk de kooplust opwekken? Misschien dat sommige mensen ervan gaan watertanden en meteen groot inslaan, maar ik vond het er nogal onsmakelijk uitzien. Laten we zeggen dat het niet eenvoudig is om vlees aantrekkelijk te fotograferen. Maar goed, ieder zijn meug. Bij de foto stond de tekst: ‘Altijd goed. Nederlands varkensvlees van boeren die we kennen.’

Albert Heijn koopt vlees niet lukraak in

Dit roept vooral vragen op. Om te beginnen die bekende boeren. Waarom moet dat vermeld? Zodat we weten dat Albert Heijn niet lukraak vlees inkoopt? Dat is toch wel het minste dat we van de grootgrutter mogen verwachten. Omdat wij klanten die boeren zelf niet kennen, zegt het ook weinig. Eigenlijk staat er: vertrouw onze boeren, want wij vertrouwen ze ook.

Deze cirkelredenering (wij verkopen goede waar want wij vinden het goede waar) zou, neem ik aan, voor het hele assortiment van Albert Heijn moeten gelden. Of zouden ze ook artikelen verkopen van leveranciers die ze niet kennen en voor wie ze de hand niet in het vuur durven te steken? In dat geval is deze foto geen reclame voor varkensvlees, maar vooral een diskwalificatie van de rest van het aanbod in de schappen.

Is Nederlands varkensvlees ‘altijd goed’?

Dan dat ‘altijd goed’. Gaat deze kwalificatie op voor Nederlandse varkensvlees? Dat zou geweldig zijn, want we hebben er heel erg veel van: 11, 4 miljoen varkens op ons hele kleine stukje aarde, waarvan de helft in Noord- Brabant. Het Voedingscentrum is in ieder geval niet niet onverdeeld positief: weliswaar ‘past onbewerkt mager varkensvlees in een gezond eetpatroon, vooral vanwege de eiwitten, vitamines en mineralen’, maar ‘het eten van te veel vlees brengt risico’s voor de gezondheid met zich mee. Rood vlees zoals varkensvlees en met name bewerkt vlees zoals vleeswaren worden in verband gebracht met beroertes, diabetes type 2 en kanker. Eet vlees daarom met mate.’

Bovendien heeft ‘de productie van varkensvlees invloed op het klimaat. Je kunt rekening houden met milieu en dierenwelzijn door te letten op topkeurmerken zoals Beter Leven 2 en 3 sterren of Europees biologisch’. Of je pakt het nog diervriendelijker aan: ‘Het is niet nodig om vlees te eten, je kunt het vervangen door andere producten.’

‘Ik zou dat varkensvlees niet ”altijd goed” noemen’

Ook Collin Molenaar van Wakker Dier vindt het varkensvlees bij Albert Heijn niet altijd goed: ‘Dat zou ik zeker niet zeggen. De meeste varkensproducten bij Albert Heijn en de meeste andere supermarkten hebben maar 1 ster Beter Leven. Dat klinkt aardig, maar stelt niet zoveel voor. Zo krijgen de dieren maar weinig ruimte; slechts 0,2 vierkante meter meer per varken dan dieren zonder ster. Ze staan op betonnen vloeren waar de kak overheen drijft, komen niet buiten en in de stallen is weinig daglicht. Dat zou ik dus niet ‘altijd goed’ noemen.’

Varkens zijn grote dieren. Met de schamele 1 vierkante meter per dier die ze in de 1 ster-stallen krijgen toegewezen, kunnen ze hun kont nauwelijks keren. Met het beperkte afleidingsmateriaal en de harde vloeren kunnen ze hun natuurlijke gedrag van snuffelen en wroeten, waarvoor ze met hun gevoelige neuzen zijn uitgerust, nauwelijks vertonen. Nederlands varkensvlees van Albert Heijn altijd goed? Ik dacht het niet.

Afbeelding: StockSnap via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

De Nutri-score is een gedrocht en gaat niet werken

TeunColumns & verhalen

Logo van Nutri-score

Sinds dit jaar is de Nutri-score officieel door de overheid ingevoerd: een voedsellogo met kleuren en letters, waarbij producten met een donkergroene A ‘een betere samenstelling’ hebben dan die met een donkerrode E. De bedoeling van die kleur-lettercombinatie is om consumenten te helpen betere keuzes te maken. Dat is fijn, want goede keuzes maken is moeilijk. Niet alleen in de supermarkt, maar ook in de rest van het leven. Hadden we maar een Nutri-score voor het hele bestaan.

De Nutri-score is de uitkomst van een ingewikkeld algoritme

Terwijl producten alleen in de schijf van vijf (de officiële overheidsrichtlijn van het Voedingscentrum) komen als ze helemaal gezond zijn en niet te veel suiker, zout en verzadigd vet bevatten, is de Nutri-score de uitkomst van een ingewikkeld algoritme waarbij gezonde en ongezonde ingrediënten bij elkaar opgeteld en afgetrokken worden. Gezonde ingrediënten in een product (bijvoorbeeld vezels, of eiwitten) kunnen een overdaad aan suiker of zout compenseren.

Fabrikanten kunnen de samenstelling van hun producten dus aanpassen om een betere score te krijgen. Doen ze dit door de hoeveelheid ongezonde ingrediënten te verlagen, zoals onlangs tot woede van snackfans met het zoutgehalte Dorito’s gebeurde, dan is dit vanuit gezondheidsoogpunt toe te juichen. De score van het zoutje ging van C naar B.

Bedrijven kunnen hun score ook verbeteren door ingrediënten aan hun voeding toe te voegen. Een schep eiwitpoeder bij de suikerrijke kwark kan zomaar een gezondere aanduiding op je verpakking opleveren. De consument krijgt dan natuurlijk nog steeds te veel suiker binnen. Tegenover de NOS voorspelde Voedingswetenschapper IJsbrand Velzeboer dat ‘de waterkraan zou opengaan’: Door extra water aan producten toe te voegen, worden ze minder calorierijk. Qua gezondheid schiet je er weinig mee op, maar de Nutri-score wordt er wel beter van.

Nutri-score werkt niet

Het grootste probleem met de Nutri-score is dat hij niet aansluit bij de schijf van vijf. Net als eerder bij het versmade Vinkje, geeft de Nutri-score alleen de relatieve gezondheid aan van een product binnen zijn categorie. Als een diepvriespizza of een saus een groene A of B scoort, dan is die niet per se gezond, maar wel minder ongezond dan andere sauzen en pizza’s in dezelfde categorie.

Het Voedingscentrum geeft daarom het verwarrende advies om ‘het logo vooral te gebruiken voor producten buiten de schijf van vijf: staat het product in de schijf van vijf, dan weet je dat het gezond is. Staat het product er niet in, dan kun je op Nutri-score letten. Maar ‘een product met een A of B is dus niet per se gezond en wij geven het advies om dat niet te veel en niet te vaak te eten’. Het idee van het voedsellogo was toch om in één oogopslag te kunnen zien of een product gezond was of niet? Dit werkt niet.

Fabrikanten overladen ons met rotzooi

Bovendien lost de Nutri-score het belangrijkste probleem niet op. 80 procent van het aanbod in de supermarkt is ongezond. Fabrikanten overladen ons met rotzooi. In die ongezonde hooiberg moeten wij een paar gezonde spelden zien te vinden. Dat is bijna onbegonnen werk, Moeten wij dan dankbaar zijn dat rommelproducenten ons willen helpen een ‘gezondere keuze’ te maken? Ligt de verantwoordelijkheid weer eens bij de consument? Dank je de koekoek. Maak het aanbod maar gezonder. Misschien dat een suikertaks helpt.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Hoezo appeltjes en komkommers in plastic? Biologisch gaat aan regeltjes van Skal ten onder

TeunColumns & verhalen

Afbeelding van plastic folie tegen een zwarte achtergrond

Waarom zit veel biologisch voedsel, dat je juist alle vrijheid gunt, opgesloten in plastic dwangbuizen? Waarom mogen die onbespoten appeltjes en peertjes niet lekker naakt in een onbewerkte houten krat liggen? Dat heeft met Europese regelgeving te maken. Of eigenlijk met de Nederlandse interpretatie van de Europese regelgeving. Nederland heeft namelijk én een rare relatie met Europa (waar het, voor de helderheid, onderdeel van uitmaakt) én met regeltjes. Wij zijn namelijk gek op regels, hoe meer en hoe strenger hoe beter, maar we durven er niet voor uit te komen.

We geven Europa de schuld

Hoe het meestal gaat: Europa maakt (sorry, wij maken samen met andere Europese landen) generieke regels, bijvoorbeeld om producten veilig en gezond te maken, die we zelf mogen invullen. Dat doen we meestal strenger dan moet. Als er dan klachten komen van ondernemers, dan geven we Europa de schuld.

In het televisieprogramma De Slag om Brussel hebben we er ooit enkele schrijnende voorbeelden van laten zien: van de uiterst gedetailleerde regels voor rauwmelkse kaas, tot de zogenaamde ladderrichtlijn, die vanuit Europa uiteindelijk door onszelf aangescherpt in de arbowet is terechtgekomen: ‘In artikel 7.23 wordt gesteld dat ladders en trappen alleen in uitzonderingsgevallen als werkplek gebruikt mogen worden, maar dan moet eerst een risico-inventarisatie en -evaluatie uitgevoerd worden waaruit blijkt dat er geen alternatief mogelijk is.’

Wij maken graag veilige smakeloze producten die we over de hele wereld kunnen verkopen, zij maken graag lekker voedsel

Kortom: bureaucratie, administratieve rompslomp, tijd, geld en frustratie. De Europese regels stellen vaak alleen dat er veilig en eerlijk gewerkt moet worden. Dacht je nou echt dat Franse kaasmakers zich aan dezelfde gedetailleerde afspraken moeten houden om hun heerlijke rauwmelkse Brie te maken? Natuurlijk niet. Wij maken graag veilige smakeloze producten die we over de hele wereld kunnen verkopen, zij maken graag lekker voedsel.

De regels van Skal

Nu dat fruit in plastic. In deze krant stond onlangs dat Skal, die toezicht houdt op biologische producten, in 2019 op de vingers werd getikt door de Europese Commissie, omdat zij winkels niet voldoende zou controleren. Van de weeromstuit is Skal ‘in een regelreflex geschoten’, zoals directeur Patricia Hoogstraaten van het Vakcentrum, de belangenbehartiger van 2800 zelfstandige speciaalzaken, delicatessenwinkels en supermarkten, dat treffend omschrijft in Tubantia.

Zo moeten winkels zowel de inkoop als de verkoop in kilo’s registreren, terwijl veel producten per stuk worden verkocht. Dat is dus een hele heisa om al die losse groente en fruit te wegen en te registreren. Biologische producten moeten in een magazijn en in de winkel strikt gescheiden worden van niet-biologische producten én van elk los biologisch appeltje moet worden verantwoord dat het echt biologisch is. Behalve dus als ze in plastic zitten, want die appeltjes zijn al gekeurd voor ze verpakt zijn. In hetzelfde artikel klaagt een ondernemer dat hij constant certificaten moet opvragen bij leveranciers om die naar Skal te sturen: ’Alleen staan die al lang en breed bij hen geregistreerd. Ik ben dus iets aan het controleren dat zij al lang hebben gecheckt.’

Skal, kom uit de regelreflex!

Voor kleine ondernemers die naast biologische ook gangbare waar verkopen, is dit nauwelijks vol te houden. Volgens het Adviescollege Toetsing Regeldruk kost het hun al gauw 10 duizend euro per jaar of meer om aan alle regelgeving te voldoen. Het gevolg is dat biologisch voedsel duurder wordt, winkeliers met biologisch stoppen, op andere, makkelijkere keurmerken overstappen, of elke wortel en elke komkommer in plastic verpakken. Dit is allemaal doodzonde. Skal, kom uit de regelreflex!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht